Doe mee!
Menu

Green Paper Energietransitie Leiden

Download .pdf

Inleiding

Dit is het green paper Energietransitie Leiden. De term ‘green paper’ wordt gebruikt om een voorstel te doen ten aanzien van beleid. Het heeft geen formele status en is bedoeld als voorbereiding op besluitvorming. Het is een publieksvriendelijke versie van onderzoeken naar en eerder genomen besluiten over hoe Leiden de energietransitie kan vormgeven. Op www.leiden.nl/energietransitie zijn de relevante documenten terug te vinden.

Aan de hand van dit document willen we het gesprek in de stad voeren over energietransitie. Er is veel kennis in de stad aanwezig en die kennis willen we benutten. Zitten we op de juiste koers? Slaan we stappen over? Zijn er andere scenario’s dan in dit green paper denkbaar?

Met de resultaten van deze uitgebreide consultatieronde met de stad scherpen we ons beleid aan. Om te beginnen de Transitievisie warmte

Planning
April - september 2021Participatie en gesprek met de stadKijk op participatieplatform Doe Mee voor de details
3e kwartaal 2021Verwerken opbrengst, afwegen keuzes en produceren van de Transitievisie warmteDit resulteert in een collegevoorstel
4e kwartaal 2021Formele inspraak en besluitvormingDit resulteert in een raadsvoorstel

die Leiden, net als alle andere gemeenten, eind 2021 door de gemeenteraad wil laten vaststellen. Meer informatie over de opzet van het participatieproces is te vinden op https://doemee.leiden.nl/nl-NL/folders/energietransitie Ook kunt u hier reageren op stellingen en een enquête invullen.

Dit green paper is opgebouwd van groot naar klein, te beginnen bij de klimaatafspraken van Parijs toewerkend naar de specifieke Leidse situatie. Via de knoppen bovenaan deze pagina kunt u navigeren door de verschillende hoofdstukken.

Wilt u meer weten naar aanleiding van dit stuk? Stuur dan een bericht naar gagoed@leiden.nl Als u zich wilt aanmelden voor de gesprekken die we in de wijken willen voeren, kunt u dat ook via dit mailadres doen.

1. Energietransitie, wat is het en waarom doen we het?

Alle gemeenten in Nederland zijn druk bezig met het vorm geven van de energietransitie in ons land. Dat is een direct gevolg van het in juni 2019 opgeleverde Klimaatakkoord wat de Nederlandse doorvertaling is van de internationale klimaatafspraken van Parijs in 2015. De algehele consensus is dat het niet goed gaat met het klimaat. Hogere temperaturen, extreme droogte of juist hevige regenval, grote natuurbranden en flinke migratiestromen als gevolg van klimaatverandering: alles wijst er op dat er iets moet gebeuren. In de klimaatafspraken van Parijs is afgesproken dat de opwarming van de aarde wordt beperkt tot minder dan twee graden celsius ten opzichte van het pre-industriële tijdperk. Hiervoor is het terugdringen van broeikasgassen, zoals CO2, essentieel.

Over de hele wereld proberen bijna alle landen hier invulling aan te geven. In Nederland is in het nationale Klimaatakkoord een CO2-reductie van 49% ten opzichte van 1990 als doel opgenomen, te behalen in 2030. En 95% in 2050. Dat betekent dat er nog 29 jaar resteren op weg naar een klimaatneutrale samenleving. In EU-verband is de doelstelling van 2030 zelfs aangescherpt tot 55%. Voor Nederland gaat het om een reductie van in totaal 48,7 megaton CO2. Ter illustratie: 1 ton CO2 komt overeen met 2,6 economy vluchten van Amsterdam naar Rome. Één megaton is dat x 1 miljoen.
NB Meer van dit soort vergelijkingen zijn te vinden op: https://www.climateneutralgroup.com/nieuws/wat-is-1-ton-co2/

Nederlandse gemeenten hebben zich gecommitteerd aan het Klimaatakkoord, onder voorwaarden van betaalbaarheid voor bewoners, uitvoeringslasten die gedekt worden en beschikbaar instrumentarium als wetgeving e.d. Ze werken samen met medeoverheden, maatschappelijk partners, inwoners en bedrijfsleven om de doelstellingen en maatregelen uit het akkoord uit te voeren. Het spreekt voor zich dat een belangrijk deel van de oplossing zit in het veranderen van de manier waarop we omgaan met energie. Hoe we onze huizen verwarmen of koelen, waar onze elektriciteit en warmte vandaan komen, hoe onze auto’s zich voortbewegen en hoe bedrijventerreinen duurzaam gemaakt kunnen worden. Voor gemeenten richt de opgave zich dan ook vooral op de gebouwde omgeving. Dat wil zeggen particuliere woningen, bedrijfsvastgoed, maatschappelijk vastgoed en woningen in corporatiebezit. Deze opgave is in totaal goed voor 3,4 megaton CO2-reductie, oftewel 7% van de gehele energietransitie.

Gemeenten hebben hierbij een regisserende rol.

2. Wat doet Leiden en wat is de Leidse situatie?

Ook in 2050 willen we een leefbare en fijne stad zijn om in te wonen. Dat doen we door samen met bewoners, bedrijven en instellingen te werken aan het verduurzamen van de stad. Hierin stellen we onszelf de ambitie om flink werk te maken van de energietransitie in de gebouwde omgeving, omdat hier een aanzienlijk deel van de CO2-uitstoot vandaan komt. Om dit te operationaliseren hebben we de doelstelling om jaarlijks 1,5% energie te besparen, een 10% stijging van het aandeel duurzaam opgewekte energie te realiseren en 1.500 woningen gemiddeld per jaar van het gas te halen.

Binnen de gemeente is een team energietransitie gebouwde omgeving met deze opgaven aan de slag. Daarnaast zijn er ook teams duurzame mobiliteit, circulaire economie en klimaatadaptatie & biodiversiteit. Gezamenlijk vormen zij de afdeling Duurzaamheid. Dit green paper focust op de energietransitie van de gebouwde omgeving en de manier waarop we dit in Leiden invulling geven. Daarbij heeft Leiden ook te maken met een flinke groei van inwoners en woningen. hierbij moet wel opgemerkt worden dat alle nieuwbouw aan strenge energieprestatie-eisen moet voldoen en gasloos moet worden gebouwd. Ze gebruiken dus wel energie, maar steeds minder en steeds duurzamer.

JaartalInwonertalAantal woningen
2021125.09959.832
2030140.66165.976
2050151.00082.976

In de warmtevisie van 2017 en het handelingsperspectief 2020 heeft de gemeenteraad de kaders waarbinnen de energietransitie in Leiden vorm moet krijgen vastgesteld. Deze kaders komen er op neer dat de energietransitie in Leiden betrouwbaar, betaalbaar en duurzaam moet zijn. Op www.leiden.nl/energietransitie zijn de eerder genoemde beleidsstukken terug te vinden.

Overigens is het goed hierbij te noemen dat we werken op basis van voortschrijdend inzicht en steeds de beste keuzes, richtingen en perspectieven kiezen op basis van de kennis die dan beschikbaar is. Dat maakt dat we constant in gesprek moeten blijven en onze aanpak flexibel en wendbaar moet zijn. Wel werken we ondertussen toe naar concrete resultaten. Want ja, 2050 is nog 29 jaar ver weg, maar 60.000 woningen en bedrijfspanden klimaatneutraal maken is een enorme opgave die nu al om actie vraagt.

Routekaart naar 2030 en 2050

We varen uiteraard niet blind. Aan de hand van cijfers en monitoring op die cijfers sturen we op resultaat. Zo is er een routekaart

routekaart

ontwikkeld die inzicht geeft in de te behalen doelen. Hierop is onder meer te zien dat de specifieke Leidse situatie wezenlijk anders is dan het landelijk beeld. Waar het landelijk om 7% uitstoot gaat van de bebouwde omgeving is dat in Leiden maar liefst 60%. Wat betreft CO2-besparing hebben we in Leiden een target van 625 kiloton,

CO2 Opgave Gemeente Leiden

waarvan 398 kiloton te behalen in de gebouwde omgeving. Om dat te bereiken is er op basis van het huidige beleid een tussenplaatje (2030)

Energiemix Leiden 2030

en een potentieel eindplaatje (2050)

Energiemix Leiden 2050

gemaakt van de energiemix van Leiden. Dit stelt ons in staat om scherper te zijn in het bepalen van doelstellingen voor bijvoorbeeld zonnepanelen of isolatie (omdat we nu eenmaal scherper hebben hoe ons groeipad er uit ziet).

Waar staan we nu?

Als gemeente zetten we in op drie onderdelen.

2.1. Energie besparen

In de programmalijn 'Energie besparen' draait het vooral om het omlaag brengen van de energievraag van onze stad. Hoe minder elektriciteit onze apparaten gebruiken, hoe minder stroom er moet worden opgewekt om die apparaten te laten functioneren. Dat komt voor Leiden neer op 1,1 terrawattuur (TWh)

Een Terawattuur (TWh) = 1 miljard Kilowattuur (kWh) = 3,6 Petajoule (PJ). Ter referentie: Een koelkast gebruikt ca. 100 kWh per jaar. Een smartphone 2 kWh.*

minder energie.

Maar er is ook een directe relatie met warmte. Hoe minder warmte je woning verliest, hoe minder hard je CV-installatie hoeft te werken om de woning op temperatuur te houden. Alles wat met isolatie van woningen te maken heeft, valt dan ook onder deze programmalijn. Doorlopend zijn er acties, subsidies en initiatieven

Concrete voorbeelden: energievoucher, Lokale subsidie energie-initiatieven, wijkambassadeurs-acties, webinars, huisbezoeken, energieadviezen, groene daken, etc. Op www.gagoed.nl vindt u volop informatie over deze verschillende vormen van ondersteuning.

waar inwoners en ondernemers gebruik van kunnen maken. Ook is er een uitgebreid netwerk van wijkambassadeurs en energiecoaches beschikbaar om pandeigenaren te helpen een isolatieplan voor hun woning te maken. Ook Duurzaam Bouwloket, het energieloket van de regio, ondersteunt Leiden hierbij.

Uiteraard willen we als gemeente het goede voorbeeld geven. Zo wordt het verbouwde stadhuis voorbereid op aardgasvrij en wordt ook ons overige vastgoed stap voor stap verduurzaamd. Ook de nieuwe ijshal /zwembad wordt gebouwd volgens een volledig energieneutraal ontwerp. Begin 2020 heeft Leiden een routekaart voor het verduurzamen van het eigen vastgoed vastgesteld. Hierin is een top-25 opgesteld van panden in gemeentelijk eigendom die de komende jaren verduurzaamd gaan worden. Ieder pand heeft hiervoor een eigen routekaart.

Ook: verhogen van comfort, verlagen van energierekening

Het aantrekkelijke van energie besparen is dat het niet alleen bijdraagt aan de doelstellingen van de energietransitie. Energiezuinige woningen verhogen ook het wooncomfort en hebben een lagere energierekening. De meeste duurzame maatregelen verdienen zichzelf na verloop van tijd terug. Met de huidige lage spaarrente kan het een interessante optie zijn om in dit soort maatregelen te investeren in plaats van geld op de bank te zetten.

Oudere woningen

Speciale aandacht is er voor het terugbrengen van de energievraag en de isolatie van monumentale panden. Ongeveer de helft van de woningen in Leiden is vooroorlogs. Daarnaast zijn er om en nabij de 10.000 woningen Rijksmonument, gemeentelijk monument of woningen met een karakteristieke aanwijzing. Door de bouwmethodes van deze panden moet goed gekeken worden naar de bouwfysische gevolgen en zijn standaard isolatietechnieken vaak niet zomaar toepasbaar. Daarnaast vraagt de beschermde status voor maatwerk. Erfgoed Leiden is nauw betrokken bij het programma energietransitie. De gemeente biedt de mogelijkheid voor eigenaren van historische woningen om een gratis maatwerkadvies te ontvangen via Erfgoed Leiden. Ook is voor deze groep de Groenemenukaart beschikbaar.

Woningcorporaties en bedrijven doen mee

Ook de woningcorporaties Ons Doel, Duwo, De Sleutels en Portaal zetten flink in op energiebesparing. Zij verduurzamen stapsgewijs hun woningbezit in de stad en zoeken hierbij vooral naar koppelkansen op het moment dat huurwoningen gerenoveerd moeten worden. Nieuwbouw in Leiden, zowel corporatiewoningen als particulier, wordt sinds juli 2018 allemaal aardgasvrij opgeleverd. Ook bedrijven trekken er hard aan en voeren duurzaamheidsmaatregelen door. We merken dat de intrinsieke motivatie bij deze groep erg hoog is. Zo loopt het Bio Science park voorop in Nederland als het gaat om het energieneutraal maken van het bedrijventerrein.

Advies: Breng de basisisolatie op orde

Toekomstige warmtebronnen, uitgezonderd restwarmte, worden op een lagere temperatuur geleverd

We maken onderscheid tussen HT (hoge temperatuur), MT (middentemperatuur), LT (lage temperatuur) en ZLT (zeer lage temperatuur voor het verwarmen van woningen en bedrijfspanden.

Temperatuur aanduiding

dan de verbranding van aardgas. Woningen die met een CV-installatie op gas worden verwarmd staan meestal ingesteld op een verwarmingstemperatuur van tussen de 80 en 90 graden. Dus om in de woonkamer een gewenste temperatuur van 20 a 21 graden te krijgen, stuurt de CV-ketel water van ruim 80 graden de radiatoren in. CO2-arme warmtebronnen, zoals geothermie, aquathermie, bodemwarmte of luchtwarmte, worden op een aanzienlijk lagere temperatuur aangeleverd. Ergens tussen de 40 en 70 graden. Een woning die nu in de winter net aan behaaglijk is met een CV-ketel op aardgas (hoog temperatuur), zal dat in de toekomst zeker niet meer zijn wanneer deze is aangesloten op een lage -of middentemperatuur warmtebron. Daarom is isoleren van woningen zo belangrijk. Anders krijg je het straks simpelweg niet warm, er van uitgaande dat er straks niet voldoende warmte op hoge temperatuur beschikbaar is.

NB Restwarmte via WarmtelinQ wordt op hoge temperatuur geleverd. Dat kan dus een oplossing zijn voor woningen die ook in de toekomst slecht geïsoleerd zijn. Echter is het natuurlijk interessant om met de zelfde hoeveelheid meer woningen te verwarmen. Dat kan als alle woningen in de stad de basisisolatie op orde hebben en genoeg hebben aan midden temperatuur warmte. Daarnaast is er sprake van warmteverlies bij het aftakken van de hoofdleiding naar de lokale warmtenetten in de stad.

Leiden zet daarom in op minimaal basis isolatieniveau voor alle panden in de stad. Daarmee komt verwarmen met een middentemperatuur warmtebron in zicht, waarbij een hoger label (en dus een lager benodigde verwarmingstemperatuur) kan, maar niet persé nodig is.
De gemeente kent allerlei acties om woningeigenaren te helpen het eigen energieverbruik omlaag te krijgen. Zoals de campagne Zet ‘m op 071 waarbij de temperatuur van de CV-installatie op een lagere verbrandingstemperatuur wordt ingesteld. Door goed te isoleren kan de temperatuur stapsgewijs verder omlaag worden gebracht en krijg je inzicht in of jouw woning ook op koude winterdagen warm wordt.

Elke stap is er één en aanpassing van gedrag kan ook al heel veel uitmaken

Naast investeren in duurzame maatregelen is gedrag een belangrijke component om het energieverbruik naar beneden te brengen. Daarom ondersteunt de gemeente diverse initiatieven van bijvoorbeeld wijkambassadeurs en energiecoaches om bewoners bewust te maken van het effect van kleine gedragsmaatregelen. Daarbij worden zowel woningeigenaren, VVE’s en huurders benaderd en van informatie voorzien. De gemeente Leiden heeft tevens samen met de wijkambassadeurs initiatieven ontplooid om energiearmoede tegen te gaan. Ook mensen die niet veel te besteden hebben kunnen met diverse kleine- en gedragsmaatregelen een stap zetten om hun energierekening naar beneden te krijgen. De gemeente vindt het belangrijk te benadrukken dat elke stap in de goede richting er één is. Je hoeft je woning niet gelijk aardgasvrij te maken maar begin gewoon met iets kleins. Daarbij worden bewoners gestimuleerd om vooral op natuurlijke momenten te investeren in grotere duurzame maatregelen, bijvoorbeeld bij verhuizing of verbouwing. Door de investeringen te verwerken in de hypotheek en de lagere energielasten per maand, hoeft u geen grote initiële investering te doen en zijn de (extra) maandlasten vaak beperkt.

Gezocht: technisch personeel

Er is een groot tekort aan technisch personeel. Dat vormt een risico voor het behalen van de doelstelling voor energiebesparing. Daarom werkt de gemeente met partners van onderwijs en economie samen om meer technisch personeel opgeleid te krijgen in de regio. Zo is er onder meer een mooie samenwerking tussen de lokake installatiesector en mbo Rijnland. Studenten worden in de praktijk opgeleid om het waterzijdig inregelen onder de knie te krijgen. Hiermee kunnen CV-installaties tot 30% efficiënter en zuiniger worden afgesteld.

2.2. Duurzame energie opwekken

Leiden gaat voor zon op dak

In de programmalijn 'Duurzame energie' opwekken gaat het om de groot -en kleinschalige opwek van schone energie. In Leiden zetten we, mede ingegeven door het feit dat we simpelweg geen ruimte hebben voor zonnevelden en windmolens, vooral in op zon op dak. De elektriciteit die hiermee opgewekt wordt, kan gebruikt worden om woningen en bedrijfspanden van stroom te voorzien. Luchtfoto’s zijn gemaakt om te zien op welke dagen reeds panelen liggen en waar er nog plek is. Het potentieel is enorm.

Gebaseerd op de verwachte energievraag en het benodigde aanbod aan hernieuwbare energie is de doelstelling voor het duurzame opwekken van energie het realiseren van 271 TerraJoule (TJ) in 2030. Daarvoor zijn 265000 PV-panelen en 3000 zonnecollectoren op daken nodig. Uitgaande van een min of meer lineaire groei tot en met 2050 zou in Leiden in 2025 ruim 150.000 zonnepanelen moeten zijn gerealiseerd. Echter is het verloop van de groei dankzij de snelle en continue ontwikkelingen in het veld op gebied van techniek, prijs, en wet- en regelgeving lastig te voorspellen.

Doelstelling 2021 - 2025
De scope van dit plan is de periode van 2021-2025. Op basis van de energiemix, een afweging van wat nodig is deze te realiseren, en met in achtneming van de groei tussen 2019 en 2020, en aanwezige knelpunten verwachten wij dat 135.000 zonnepanelen in 2025 een realistische en haalbare doelstelling is. Met deze doelstelling blijft ook het realiseren van 271TJ duurzame opwek van energie in 2030 binnen bereik.

Gewenste jaarlijkse groei
Een aantal van 135.000 zonnepanelen in 2025 staat gelijk aan 20,9% benutting van het geschikt dakoppervlak. De vertaling wat dit betekent voor de jaarlijkse groei is in de tabel hieronder weergeven.

Er wordt gewerkt aan een daktool waarmee inzichtelijk kan worden gemaakt welke mogelijkheden er zijn.

Grote daken zeer geschikt

Wat natuurlijk interessant is, zijn de grote daken. Ook de gemeente bezit zelf een aantal panden met grote daken. Waar mogelijk willen we deze vol plaatsen met zonnepanelen. Voor het energieverbruik van de panden zelf én om te delen met de stad via bijvoorbeeld Zon op Leiden.
Momenteel lopen gesprekken om meer gemeentelijk dakoppervlak geschikt te maken voor zonnepanelen en beschikbaar te stellen aan Zon op Leiden. We moedigen pandeigenaren met groot dakoppervlak nadrukkelijk op zich te melden bij ons om de mogelijkheden te onderzoeken.

Veel ruimte voor lokaal initiatief

Ook binnen deze lijn is er veel ruimte voor initiatieven in de stad. Naast Zon op Leiden is sinds kort een nieuwe energie coöperatie opgericht, die geëxploiteerd wordt door Rijnland Energie in samenwerking met Energiek Leiden. Zij gaan de opbrengst van twee windmolens in Zoeterwoude exploiteren voor particulier gebruik in Leiden. De gemeente juicht dergelijke initiatieven, waarbij lokaal eigenaarschap centraal staat, van harte toe en we zouden er graag meer van willen zien in de stad.

Huidige elektriciteitsnet moet verzwaard worden

Het massaal opwekken en gebruiken van elektriciteit betekent iets voor het huidige elektriciteitsnet. Dat is niet berekend op dergelijke volumes. Om dat te verzwaren zijn er zogeheten 50 en 150kV stations nodig. Dit zijn grote installaties die 3 tot 6 voetbalvelden aan ruimte innemen. In de Leidse regio wordt gezocht naar mogelijke plekken. Ook in Leiden doen we onderzoek naar geschikte locaties, wat vanwege de dichte bebouwing nog niet zo makkelijk is.

Samenwerking in de regio

De regio Holland Rijnland is aangewezen als één van de 13 energieregio’s in Nederland. In de energieregio werken we nauw samen met de buurgemeenten aan de Regionale Energiestrategie (RES). Omdat Leiden dichtbebouwd is, is de zoektocht naar plekken voor grote zonneweides en windmolens hier minder evident. De inzet van Leiden voor Zon op Dak wordt in de regio steeds breder gedeeld, evenals de inzet op energiebesparing. Onlangs is de RES 1.0 gepresenteerd met daarin de mogelijkheden om in de regio grootschalig energie op te wekken. In het tweede kwartaal van 2021 vindt hier over besluitvorming plaats in de gemeenteraden van de 13 betrokken gemeenten.

Samenwerking met bewonersinitiatieven

De energietransitie biedt ook veel ruimte aan inwoners en ondernemers om zelf met plannen te komen. Op dit moment zijn er vier lokale bewonersinitiatieven die zich bij de gemeente gemeld hebben: DEM Merenwijk, Waardeiland-De Waard, Vogelwijk en Houtkwartier. Zij hebben subsidie gekregen van de provincie voor het doen van onderzoek naar mogelijke alternatieven voor aardgas. Zij worden hierbij dikwijls ondersteund door een wijkambassadeur duurzaamheid. Samen met de gemeente worden de mogelijkheden verkend. Daarnaast organiseren de bewonersinitiatieven allerlei acties om de bewoners in hun wijk te motiveren aan de slag te gaan met isolatie en verduurzaming van hun woning. De gemeente ondersteunt hen, zowel op inhoudelijk vlak als met subsidies en praktische ondersteuning. Daarnaast zijn er twee energie-coöperaties: Zon op Leiden en Energiek Leiden. Dit zijn bewoners die zichzelf professioneel georganiseerd hebben.

Nieuwe ontwikkeling: geothermie

Één van de minder bekende manieren om duurzame warmte op te wekken is via geothermie.

Warm water wordt opgepompt uit dieper gelegen aardlagen en is direct inzetbaar voor de verwarming van bijvoorbeeld kassen, industrie of gebouwen. Met name voor gebouwen en projecten met een grote warmtevraag, is warmtevoorziening met behulp van geothermie interessant en rendabel. Als de temperatuur van het opgepompte water hoog genoeg is, kan er ook elektriciteit geproduceerd worden.

Om geothermie te kunnen gebruiken worden twee putten geboord: een productie- en een injectieput. Een pomp haalt het water via de productieput(ten) omhoog. De warmtewisselaar haalt de warmte uit het water en levert het door aan een distributienet, die de warmte naar de afnemers transporteert. Het gebruikte, afgekoelde water wordt via de injectieput(ten) in dezelfde watervoerende laag teruggebracht. Zo blijft de totale hoeveelheid water in deze laag gelijk. Een geothermiedoublet kan enkele duizenden woningen (of equivalenten) voorzien van warmte.

Hoe dieper je de grond in boort, hoe warmer het wordt. Grofweg zo’n 30 graden per kilometer diepte. In 2020 hebben 5 partijen in totaal 6 opsporingsvergunningen aangevraagd om in de nabijheid van Leids grondgebied bodemonderzoek te doen. De eerste resultaten zijn veelbelovend: het lijkt goed mogelijk op een diepte van om en nabij de twee kilometer grote hoeveelheden warmte naar boven te halen. Deze warmte kan worden gebruikt om de Leidse regio van duurzame warmte te voorzien. Het gaat hier om warmte op middentemperatuur (ong. 70 graden). Huizen waarvan de basisisolatie op orde is, zijn prima geschikt om met een middentemperatuur warmtebron te verwarmen.

2.3. Stad omschakelen op duurzame warmte (aardgasvrij)

De derde lijn waarlangs we in Leiden de energietransitie vorm geven is het zoeken naar geschikte warmte-oplossingen als alternatief voor aardgas. De afgelopen jaren is in Leiden hier veel onderzoek naar gedaan.

Leiden heeft al een flink warmtenet waar ruim 12.000 woningen en 200 bedrijven op zijn aangesloten. Dit net wordt gevoed door de Uniper-centrale aan de Langegracht en is in beheer van Vattenfall. De Uniper-centrale is gasgestookt, heeft geen uitbreidingscapaciteit meer en in 2026 stopt bovendien de gaslevering. Dat betekent dat het huidige warmtenet voor die tijd moet zijn overgezet op een andere warmtebron.

Leiden ziet in WarmtelinQ een interessante mogelijkheid om op korte termijn het bestaande warmtenet te verduurzamen met de restwarmte uit Rotterdam. Iets verder weg in de tijd zou dat wellicht vervangen kunnen worden door lokaal opgewekte geothermie. Dit maakt ons ook minder afhankelijk van de industrie in Rotterdam. De onderzoeken naar de inpassing van geothermie in de Leidse regio zijn opgestart.

De strekking daarvan is dat Leiden wil inzetten op een open warmtenet met ruimte voor een mix van duurzame warmtebronnen als alternatieven voor aardgas: restwarmte, aquathermie, geothermie, etc. Grootschalige en kleinschalige voorzieningen kunnen naast elkaar bestaan. Zo is er ruimte voor lokaal initiatief, een robuust energienet en wordt concurrentie mogelijk, wat in het voordeel van de eindgebruiker is. We wedden dus niet op één paard, maar zien graag meerdere partijen warmte leveren in Leiden.

In het 'handelingsperspectief energietransitie' is een eerste vooruitzicht gegeven naar hoe het warmteplaatje

Energietransitie Leiden

van Leiden er in de toekomst uit kan zien. Inmiddels weten we meer en tekenen de contouren van dat plaatje zich duidelijker af. In de Transitievisie warmte, die eind 2021 wordt opgeleverd gaan we de warmtescenario’s beschrijven en manier waarop de wijken aardgasvrij zouden kunnen worden. Wat goed is om hierbij te melden is dat niemand verplicht is of wordt om over te stappen of zijn of haar woning of bedrijfspand aardgasvrij te maken. Wel willen we met de 'Transitievisie warmte' een perspectief bieden naar hoe het er uit zou kunnen komen te zien, zodat pandeigenaren hun plannen daar op af kunnen stemmen. Waarbij de rol van de vastgoedeigenaar is om te isoleren tot het gewenste niveau (met hulp van de overheid/gemeente) en de rol van de gemeente is om de betreffende aardgasvrije oplossing te realiseren. We zien verschillende scenario’s zich aftekenen: groot collectief, klein collectief en individuele oplossingen.

SchaalWarmtebronAanvoertemperatuur
Groot collectiefRestwarmte / Geothermie via open netMidden (55-75gr)
Klein collectiefBv. aquathermie, bodemwarmte, riothermie, via lokale warmtenetten en wko’sMeestal laag (30-55gr)
Individuele oplossingAll electric (evt. icm met bodemwarmte)Dit resulteert in een Laag (30-40gr)

NB: historisch centrum hoog temperatuur (waterstof / biogas)

Robuust warmtesysteem

Waar Leiden in ieder geval op in zet is een mix van warmtebronnen, zowel kleinschalig als grootschalig, getransporteerd via warmtenetten. We zetten daarbij in op een hoofdnet dat als ringleiding door de stad heen loopt.

Studie Fakton

Door dit open hoofdnet kan in eerste instantie restwarmte

De Rotterdamse haven produceert veel industriële 'restwarmte' die via het oppervlaktewater of de afmosfeer verdwijnt. Het is mogelijk om dit warme havenwater een tweede leven te geven: huizen, kantoren en kassen worden er straks mee verwarmd. De warmterotonde werkt als een hele grote verwarming.

uit Rotterdam en in een later stadium geothermie getransporteerd worden. Kleinere, lokale warmtenetten kunnen naast de hoofdleiding bestaan, eventueel met een aantakking als backup voor hele koude periodes. Op die manier is er ruimte voor lokale initiatieven, zoals bijvoorbeeld in de Merenwijk en Waardeiland-De Waard. Zodoende ontstaat een robuust warmtesysteem waar Leiden tientallen jaren mee vooruit kan. Een aantal overwegingen daarbij:

  • Een aantal kleinschalige warmtebronnen krijgt langzaam maar zeker vorm aan de hand van de eerdergenoemde bewonersinitiatieven. Aquathermie

    De Rotterdamse haven produceert veel industriële 'restwarmte' die via het oppervlaktewater of de afmosfeer verdwijnt. Het is mogelijk om dit warme havenwater een tweede leven te geven: huizen, kantoren en kassen worden er straks mee verwarmd. De warmterotonde werkt als een hele grote verwarming.

     (Merenwijk en Waardeiland-De Waard) is daarbij bijvoorbeeld in beeld. Met kleinschalig wordt in deze context bedoeld dat de warmte-oplossing op maat gemaakt wordt voor een buurt of misschien zelfs een straat. De afname gaat om maximaal een aantal honderd tot duizend woningen en de temperatuur van de bron wordt opgewaardeerd met warmtepompen om woningen op lage temperatuur warmte te kunnen verwarmen. Bewoners kunnen zelf dergelijke warmte-oplossingen beheren en exploiteren in de vorm van een energie coöperatie (lokaal eigenaarschap). Met de huidige bewonersinitiatieven worden dit soort plannen uitgewerkt. Gemeente en bewonersinitiatieven werken hierbij nauw samen, omdat de standalone projecten invloed hebben op de rest en andersom.
  • Voor een deel van de inwoners zal het aantrekkelijk zijn om met een aantal stadsgenoten een energiecoöperatie op te starten of bij een dergelijke initiatief warmte af te nemen. Tegelijkertijd is er ook een flink aantal inwoners dat vooral ontzorgt wil worden en het prettig vindt bij een grote partij warmte af te nemen.
  • Voor deze groep én een aantal grootgebruikers, is het de bedoeling een grootschalige warmtevoorziening naar Leiden te halen. Een dergelijke voorziening kan voor de bestaande aansluitingen van het huidige warmtenet (12.000 woningen en ong. 200 bedrijven gevoed door de Uniper-centrale aan de Langegracht) en aanvullend meerdere duizenden woningen duurzame warmte leveren. Twee concrete warmte-oplossingen zijn hiervoor in beeld: restwarmte uit Rotterdam (WarmtelinQ) en geothermie uit lokale bronnen.
  • De uitgangspunten die we daarbij hanteren zijn:
    • Betaalbaar: we willen niet dat onze inwoners worden opgezadeld met torenhoge kosten. Daarnaast zetten we in op een open net met meerdere bronnen, waardoor concurrentie voor het leveren van warmte mogelijk is.
    • Transparant: noodzakelijk om draagvlak in samenleving te behalen en te behouden
    • Haalbaar: de juiste bevoegdheden bij partijen en uitvoering in een realistisch tempo. Het open net zorgt voor een infrastructuur waarin verschillende systemen als back-up voor elkaar kunnen dienen.
    • Duurzaam: zoveel mogelijk benutten van lokale, duurzame bronnen (al dan niet in combinatie met het bestaande stadswarmtenet), toewerkend naar een klimaatneutrale energievoorziening
    • Betrouwbaar: Leiden wil een warmtevoorziening hebben waar de stad op kan vertrouwen. Leveringszekerheid van warmte is daar bij een belangrijke voorwaarde
  • Die betaalbaarheid is precies de reden waarom er nog geen beslissing is genomen over afname van restwarmte uit Rotterdam. Die warmte komt vrij uit onder meer de verbranding van afval in het havengebied van Rotterdam. Het transport van die warmte over een afstand van ongeveer 40 kilometer is echter prijzig en maakt de business case kostbaar voor eindgebruikers. Leiden heeft samen met Voorschoten, Oegstgeest, Leiderdorp, Zoeterwoude en Katwijk duidelijk aangeven daar op dit moment niet mee akkoord te kunnen gaan. Het Rijk zal flink moeten bijdragen willen de zes gemeenten overgaan tot het afnemen van warmte uit deze voorziening. Tegelijkertijd is het wel een manier om snel stappen te maken (ook met het oog op het stoppen van de gaslevering van de Unipercentral in 2026) en is het nu warmte die vervliegt.
  • De geothermie-oplossing lijkt voor Leiden zeer interessant te worden. Twee lokale ‘hubs’ kunnen warmte leveren voor Leiden en een flink deel van de regio. Voor Leiden is het hoe dan ook aantrekkelijk om meerdere opties te hebben voor levering van warmte op grote schaal. Bovendien kunnen restwarmte en geothermie aanvullend zijn op elkaar.
  • Voor een deel van de historische binnenstad, met moeilijk te isoleren panden, is gebruik maken van het bestaande gasnet mogelijk de enige haalbare oplossing. Waterstof of groen gas zouden op termijn wellicht realistische opties kunnen zijn. Het is namelijk in de dunne straatjes in het centrum erg lastig om een apart warmtenet aan te leggen.

Dit green paper is een doorkijk naar de stand van zaken van het beleid rond de energietransitie. De komende maanden willen we aan de hand van dit stuk gesprekken voeren in de wijken. Er is veel kennis in de stad aanwezig en die willen we graag een plek geven in het beleid. Om te beginnen voor de transitievisie warmte en ook voor de volgende te nemen stappen binnen de transitie.

Als aftrap voor deze ronde door de stad hebben we per wijk een talkshow georganiseerd. Hierin wordt op wijkniveau verteld wat de plannen, voor zover bekend, zijn, wat er al gebeurt en delen inwoners en ondernemers tips om bijvoorbeeld goed en slim te isoleren. De uitzendingen zijn terug te kijken via het Youtube-kanaal van de gemeente.

In verband met de recente versoepelingen van de coronamaatregelen is het mogelijk om weer fysieke bijeenkomsten in de stad te organiseren. We onderzoeken op dit moment (juni 2021) de concrete mogelijkheden daarvoor. Aanmelden voor deze gesprekken kunt u doen via de knop onderaan deze pagina. Ook kunt u op https://doemee.leiden.nl/nl-NL/folders/energietransitie uw ideeën en reacties met ons delen.